44 – Jacoba van Beieren en het beleg van Dordrecht van 1418

 44 – Jacoba van Beieren en het beleg van Dordrecht van 1418 – Kees Voorbij

In dit nieuwe boekje in de serie ‘Verhalen van Dordrecht’, zoals gebruikelijk verlucht met talrijke illustraties – dit keer wel bijzonder fraai en helder – vertelt Kees Voorbij het verhaal van het beleg van Dordrecht gedurende zes weken in 1418.

Hij vermengt dit verhaal, dat zich afspeelt in de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, met het leven van de tragische persoon van Jacoba van Beieren. Zoals Kees schrijft: “de laatste bestuurder van Holland die strijdt voor onafhankelijkheid in een tijd die de nieuwe orde al aankondigt: dekeeuw van de Bourgondiërs die imposant koers zet in de Lage Landen”.

Het boekje wordt uitgegeven door de Stichting Historisch Platform Dordrecht.

Op 10 november a.s. in de winkel!

EAN/ISBN 978-90-829508-8-5  –  40 pagina’s, soft cover, full colour

 

 

43 – Slavernijverleden Dordrecht

Slavernijverleden Dordrecht – Sidney Breidel en Rowan van der Stelt

 

Dit boekje beschrijft de rol van Dordrecht in het kolonialisme en de slavernij. Het slavernijverleden is nooit onderdeel geweest van de geschiedenis van Dordrecht, zo stellen de auteurs. Het gaat altijd over Amsterdam, Rotterdam en Middelburg zonder erkenning van de belangrijke rolvan Dordrecht als suikerstad in dit systeem.

Dordtenaren waren op allerlei manieren betrokken: als plantage-eigenaren, met suikerrafinaderijen tot aan met mensen met aandelen in schepen en plantages. Sporen van dit verleden zijn op veel plekker in de stad te vinden en daarom is een wandeling ontwikkeld langs een aantal panden die een rol speelden in dit verleden. In het boekje vindt u de wandelkaart met een beschrijving van de betreffende panden.

 

Het boekje wordt uitgegeven door de Stichting Historisch Platform Dordrecht.

ISBN/EAN 978-90-829508-7-8 – 40 pagina’s – soft cover – full colour

 

42 – Dordrecht – Sobibor

Dordrecht – Sobibor

Van gebiedsverbod tot gaskamer. Van onderduik tot opstand

 

44 Joden uit Dordrecht zijn in Sobibor vermoord… Dit boekje, nr. 42 in de reeks Verhalen van Dordrecht, schetst de maatregelen van de bezetter om de Joden te identificeren en te isoleren, ook in Dordrecht. Vooral de steeds verder teruggedrongen leefwereld in Dordrecht wordt in kaart gebracht. Na isolatie volgt deportatie naar het doorgangskamp Westerbork en tenslotte de dagenlange treinreis naar Sobibor, met onmiddellijk na aankomst vergassing.

Daarnaast komt ook de onderduik in Dordrecht aan de orde en tenslotte de opstand in Sobibor.

Auteur: Harrie Teunissen
Opmaak: Per Bos

42 – Dordrecht – Sobibor. Van gebiedsverbod tot gaskamer – van onderduik tot opstand

ISBN 978-90-829508-6-1 – 44 pagina’s – soft cover

Op 29 april 2022 werd het nieuwe boekje ten doop gehouden en het eerste exemplaar gepresenteerd aan Dr.Leopold Hertzberger, voorzitter van de Liberaal-Joodse gemeente in Rotterdam. De speeches die de auteur van het boekje en Dr. Hertzberger hielden, volgen hieronder:

DORDRECHT – SOBIBÓR, gedachten bij een gedenkboekje

Harrie Teunissen, de schrijver van het boekje Dordrecht – Sobibór blikt hieronder in zijn bewerkte toespraak van 29 april kort terug op het ontstaan van dit project en kaart een actueel probleem van de herdenkingscultuur aan.

Het begon met een kaartenavond in klein gezelschap waar John Steegh en ik onder meer onze unieke SS-kaart van het Ghetto van Warschau uit november 1940 becommentarieerden. Het daar ontstane contact met Arij Boogerman, voorzitter van de ‘Stichting Werkgroep Stolpersteine Dordrecht’, leidde nog voor de Corona-pandemie tot een initiatief voor de tentoonstelling ‘Dordrecht – Sobibór’ die echter pas najaar 2021 gerealiseerd kon worden binnen het programma ‘Dordrecht 75 + 1 jaar Vrijheid’. ‘Struikelstenen’ leggen ook hier in Dordt een basis voor het herdenken van Joodse en andere slachtoffers van het Nazi-regime op de plek waar hun deportatie begon. Namen, data en plekken vormen het fundament voor elke herdenking. Om de herinnering aan individuele Joden levend te houden zijn echter ook verhalen en beelden nodig. Voor Dordrecht heeft met name Gert van Engelen veel documenten en foto’s opgespeurd. Op de website van de Werkgroep Stolpersteine staan zo’n 300 verhalen van zijn hand ‘Over het voorbije Joodse leven in Dordrecht’. Daarnaast heeft Kees Weltevrede, met zijn boek ‘Wij zijn vertrokken …’ (2021) een gedegen geschiedenis van de vervolging en van de onderduik van Joden in Dordrecht van 1940 tot 1945 geschreven. Maatregelen van de bezetter om Joden te registreren, isoleren en deporteren krijgen hier hun nationale en lokale context. Mijn ontwerp van de tentoonstelling zou niet mogelijk zijn geweest zonder hun onderzoek. Ik ben hier slechts een dwerg op de schouders van twee reuzen. Toch presenteert ‘Dordrecht – Sobibór’ meer dan een didactische samenvatting van beider publicaties.

Mijn eigen inbreng ligt vooral in een ruimtelijke benadering van de Holocaust. 2011 heb ik op een conferentie in Moskou onze ‘Maps of the Warsaw Ghetto’ voorgesteld waarin de geschiedenis van dit getto geanalyseerd wordt als een toenemende ruimtelijke terreur. In 2016 heb ik in Wenen nog onbekende plattegronden van het getto in Lódz en plannen ter verduitsing van die Poolse stad tot Litzmannstadt gepresenteerd en de stelling verdedigd dat ‘Lebensraum und Getto’ twee kanten van dezelfde medaille vormen. Beide presentaties zijn te bekijken op de website http://www.siger.org. Intussen had ik 2015 voor het Riga Ghetto Museum de tentoonstelling ‘East of Auschwitz’ ontworpen. Hierin worden de grote verschillen tussen de Holocaust in Oost-Centraal Europa met die in West-Europa uiteengezet. Ook voor ‘Dordrecht – Sobibór’ vormt Elie Wiesel’s karakterisering van de Holocaust mijn uitgangspunt: ‘The Nazis’ aim was to make the Jewish universe shrink’. De Nazi’s wilden de leefruimte van hun Arische ‘Übermenschen’ expansief naar het Oosten vergroten, die van ‘Untermenschen’, zoals de Slavische volkeren, flink inkrimpen en die van ‘Unmenschen’, met name ‘de Joden als parasieten’ doen verschrompelen.  Vandaar dat deze expositie en dus ook dit boekje niet alleen de gebiedsverboden voor Joden in Dordrecht in kaart brengt, maar ook hun deportatie naar doorgangskamp Westerbork, de dagenlange treinreis in overvolle veewagons tot het samenpersen in de ‘douches’ van Sobibór, waar uiteindelijk 44 Dordtse Joden vergast worden.

Deze ruimtelijke benadering van ‘Dordrecht – Sobibór’ kon pas gerealiseerd worden door enkele belangrijke bijdragen op centrale onderdelen. Mijn partner John Steegh, die de plattegrond van onze stad inmiddels op zijn duimpje kent, heeft de kaarten van Dordrecht bewerkt. Zo toont ‘Voor Joden verboden plekken’ hoe de Joden beroofd worden van hun stad. Deze inkleuring van een plattegrond uit 1942 is o.m. gebaseerd op het Dordts Adresboek van 1938. Met Arij Boogerman, verbindingsman bij uitstek, heb ik een bezoek gebracht aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Daar viel ons het plan in om de beklemmende ruimte van de treinreis enigszins invoelbaar te maken door op de vloer voor de expositie de oppervlakte van een veewagon voor 50 à 60 mensen, met hun bagage, af te bakenen. De grootste bijdrage werd geleverd door Per Bos, die ook de vormgeving van de expositie en van dit boekje verzorgde. Zijn speciaal voor deze tentoonstelling ontworpen vogelvlucht van Sobibór is gebaseerd op luchtfoto’s uit 1944, op door overlevenden na de oorlog getekende plattegrondjes, op kaarten van recente archeologische opgravingen en op foto’s van plaatsvervangend commandant Niemann. Zijn vogelvlucht van deze moordfabriek is de best onderbouwde poging tot reconstructie tot nu toe. Voor mij was het fascinerend om deze digitale onderzoeksmethode te leren kennen die uiteenlopende ruimtelijke gegevens in een 3D model samenbrengt en analyseert. Conflicterende resultaten leiden hier tot nieuwe hypotheses die weer in 3D op hun ruimtelijke plausibiliteit worden getoetst. Vanwege deze originele bijdrage heb ik Per gevraagd en ook bereid gevonden om als mede-auteur op te treden.

Tegenover de deportatie en de massamoord van Dordtse Joden staat de onderduik in onze stad in aparte ruimtes soms nauwelijks groter dan een hondenhok. Met de onderduik begint de jodenjacht waarbij ook Dordtenaren die hen onderdak verlenen gevaar lopen. De Joden zijn niet alleen slachtoffers. Er zijn allerlei initiatieven die proberen de alledaagse situatie te verbeteren of die culturele alternatieven, zoals huisconcerten, organiseren. Bovendien lieten veel meer Joden dan tot nu toe gedacht werd zich niet als makke schapen wegvoeren, maar vochten terug. Gisteren, op Jom Ha Sjoa, heeft Martijn Katan,verwant van de laatste Dordtse rabbijn Barend Katan, hierboven in de raadszaal nog verteld hoe zijn ouders de oorlog overleefden dankzij hun moed, koelbloedigheid en een flinke dosis geluk. Zijn vader voorzag andere onderduikers van vervalste papieren, andere familieleden brachten geallieerde soldaten in veiligheid en schuwden ook het gebruik van wapens niet. Het grote aantal verzetsmensen in Katans familie blijkt geen uitzondering te zijn. Het percentage verzetsstrijders onder Joden was waarschijnlijk hoger dan onder Nederlanders in het algemeen. Zelfs uit het streng bewaakte Sobibór proberen Joodse dwangarbeiders te ontsnappen. Pas als zij verstrekt worden door Joodse krijgsgevangenen onder leiding van Sasha Pechersky vindt daar op 14 oktober 1943 een opstand plaats en slaan honderden ‘werkjoden’ op de vlucht. Onder de 47 gevluchte Joden uit Sobibór die de oorlog overleven is ook de Nederlandse Selma Wijnberg die met haar man Chaim Engel hun ervaringen met de Holocaust delen met vele schoolklassen in de V.S. en in Europa getuigen tegen oorlogsmisdadigers.

Wij moeten wel uitkijken dat herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust niet ontaarden in een wedijver tussen groepen of naties over wie de meeste slachtoffers had. Ook dienen we beducht zijn voor haar tegenpool die gevallenen posthuum tot helden maakt. Beide extremen hoeven elkaar niet uit te sluiten, ze kunnen elkaar zelfs versterken. Wij zien dat tegenwoordig met name bij de legitimatie van de invasie van Oekraïne door de Russische Federatie. De webexpo ‘Borderlands – Ukraine in historical maps’, die ik met Martijn Storms en andere medewerkers van de Universitaire Bibliotheken Leiden heb gemaakt, eindigt met onderstaand commentaar: https://webpresentations.universiteitleiden.nl/s/borderlands/page/borderlands-ukraine-in-historical-maps

Het ravijn van Babi Yar bij Kijiv staat symbool voor ‘vergeten geschiedenissen’. Ten oosten van Auschwitz werden evenveel Joden door kogels gedood als in gaskamers. Het staat ook symbool voor de geëxecuteerde krijgsgevangenen die gepakt zijn in plaats van tot het einde door te vechten, want ‘loosers verdienen geen herdenking’. Pas in de jaren zeventig werd een monument opgericht voor ‘de inwoners van Kiev en de krijgsgevangenen’ die daar vermoord zijn door de ‘Duitse fascistische binnendringers’. Onafhankelijk Oekraïne respecteert alle groepen die zijn vermoord in Babi Yar, niet alleen de Joden. In Rusland worden wetenschappers die de officiële geschiedenis van de Grote Vaderlandse Oorlog ondermijnen echter bedreigd met boetes en gevangenisstraf. Nog onlangs noemde het ministerie van Buitenlandse Zaken de Sovjet-invasie van Polen in 1939 ‘een bevrijdingscampagne’ om Wit-Russen en Oekraïners na de Duitse invasie te beschermen.

Het verheerlijken van de helden van de Grote Vaderlandse Oorlog vandaag de dag is niet alleen een herdenking van 27 miljoen gedode Sovjet-soldaten en burgers, maar ook een herinnering aan waartoe vooral Rusland ooit in staat was. In de zeer populaire parades van het ‘Onsterfelijke Regiment’ eren kinderen en kleinkinderen de opofferingen van veteranen met foto’s van hun familieleden. 9 mei 2015, op de 70e verjaardag van het einde van de oorlog, liep Poetin voorop in het publieksdeel van ‘de overwinningsparade’ op het Rode Plein, met een foto van een ‘gewone soldaat’, zijn vader. De bijna geheiligde Sovjetoverwinning op het nazisme staat tegenwoordig centraal in de herinneringspolitiek van de Russische staat. Het bekrachtigt ook de imperiale ambities van het Kremlin. De messianistische mythe van Rusland als de meest lijdende natie die de wereld redt van het absolute kwaad van het nazisme, verdoezelt donkere hoofdstukken uit de Sovjetgeschiedenis en vormt de historische basis voor Ruslands legitimatie van de ‘speciale militaire operatie’ tegen Oekraïne.

Dr. Hertzberger:

Beste Harrie, beste Per, beste Arij, geachte aanwezigen,

Dank voor de uitnodiging om het eerste exemplaar van het boek “Dordrecht – Sobibor, van gebiedsverbod tot gaskamer, van onderduik tot opstand” in ontvangst te nemen. Ik ervaar het als een grote eer dat te mogen doen.

Ik heb het voorrecht gehad om tevoren het boek in te mogen kijken. Het is een indrukwekkend werk geworden. Niet door de omvang, maar door de inhoud. De gruwelijke inhoud. Harrie Teunissen en Per Bos hebben, door de hoge kwaliteit van hun werk, ieder op zijn eigen vakgebied, beeldend beschreven en zichtbaar gemaakt wat de sjoa, de holocaust heeft betekend en nog betekent voor de, bijna niet meer bestaande, Joodse gemeenschap in Dordrecht.

Ik ben geboren in 1950, dus heb de oorlog niet meegemaakt. Ik heb twee joodse ouders, beiden zijn inmiddels overleden, die de concentratiekampen, waaronder Auschwitz, hebben overleefd. Mijn moeder is zelfs in Auschwitz bevrijd, door de Russen. In hun beider families is het merendeel van de familieleden dat niet is gevlucht, vermoord. En op die manier heb ik een loodzware erfenis meegekregen over de sjoa. En de gedetailleerdheid van de beschrijving van de jodenvervolging in Dordrecht, zoals beschreven door Harrie en zoals zo zichtbaar gemaakt door Per, komt zeer bij me binnen. Maar als je het boek leest, en de foto’s, de brieven, de aankondigingen, de documenten bekijkt, allemaal van hele hoge grafische kwaliteit, dan kun je het ondenkbare nog niet begrijpen. Daarom is het ook ondenkbaar. Maar de geschiedenis heeft ons geleerd dat het niet ondenkbaar is. Het kan wel degelijk, ook nu nog. En het gebeurt wel degelijk, ook nu nog. Misschien is de oorlog in Oekraïne niet vergelijkbaar met de Holocaust, maar de gruwelen zijn wel degelijk vergelijkbaar. En die vergelijkbaarheid geldt ook voor de politieke misdadigers die deze gruwelen op gang brachten en brengen.

Ik neem u mee naar de bladzijden van het indrukwekkende boekje waarin geschreven wordt over de anti-joodse maatregelen die werden ingevoerd, alvorens het moorden in het oosten, in “das grosse Kamin” (“de grote oven”), begon. Joden mochten niet meer komen op sportterreinen, parken, plantsoenen, theaters, restaurants, cafe’s, zwembaden, bibliotheken en veel meer. En ik vroeg me al lezend af of het mogelijk is dat dat opnieuw kan gebeuren. Dat er maatregelen worden afgekondigd die de vrijheid beperken, die het leven beperken van specifieke groeperingen. Ik bedoel nu niet alleen Joden, maar ik bedoel vooral andere groepen die niet voldoen aan wat vroeger de norm was. Die niet behoren tot de mannelijke, blanke, christelijke, heterosexuele, in het westen wonende deel van onze bevolking. Want onze wereld verandert, onze wereld wordt diverser. Dat kunnen we leuk vinden of niet. Dat wekt soms weerstand op. Voelt soms onwennig aan. Maar maximale oplettendheid is geboden bij het beperken van de vrijheden van specifieke groeperingen. Ook als die beperking maar heel gering is. Want het isoleren van groepen in de maatschappij kan uiteindelijk leiden tot uitsluiting, vervolging en moord. De geschiedenis heeft dat bewezen.

Artikel 1 van onze grondwet luidt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.

Het boek Dordrecht Sobibor van Harrie Teunissen en Per Bos maakt op indrukwekkende wijze zichtbaar wat de gevolgen kunnen zijn van het je niet houden aan dat grondwetsartikel, wat de gevolgen kunnen zijn van uitsluiting van groepen. Daarmee is dat boek niet alleen een historisch document maar ook een waarschuwing. Ik ben Harrie en Per, en allen die de publicatie van dit werk mogelijk hebben gemaakt, dankbaar voor de inspanning die zij hebben geleverd en voor het indrukwekkende resultaat.

Dank jullie wel.

 

41 – Italianen in Dordrecht

Verhalen van Dordrecht nummer 41Italianen in Dordrecht

Geschiedenis van een kleurrijke gemeenschap (vanaf 1300)

In dit boekje wordt de bijdrage onderzocht die Dordtse Italianen door de eeuwen heen aan de stad hebben geleverd. Van een middeleeuwse kredietbank en een achttiende-eeuws familiewapen in Grote Kerk, via schoorsteenvegers, terrazzowerkers en ijsmakers, een beroemde Art Nouveau-architect en vele gastarbeiders naar de Italiaanse gemeenschap van nu, die omvangrijker is dan alleen de bekende pizzabakkers.

De komst van Italianen vormt de eerste aanzet voor wat later de multiculturele samenleving is gaan heten. Vaak zijn de Italiaanse migranten markante Dordtenaren, die kleur weten te brengen op het eiland van Dordrecht.

Auteur: Remy Balistreri

41 -Italianen in Dordrecht

ISBN 978-90-824376-3-8 – 44 pagina’s – soft cover

 

40 – Het ontstaan van Polder De Biesbosch

Het ontstaan van Polder De Biesbosch

De inpoldering van de Dordtse Biesbosch

Rob Haan beschrijft het inpolderingswerk in de crisisjaren na de Eerste Wereldoorlog met behulp van de grote aantallen werklozen die Dordrecht in die tijd kende en die een beroep deden op gemeentelijke steun. Het was zwaar werk in de woestenij van de Biesbosch voor de vele ongeschoolde arbeiders.

Het boekje is zoals gebruikelijk rijk geïllustreerd.

Auteur: Rob Haan

40 – Het ontstaan van Polder De Biesbosch

ISBN 978-90-829508-4-7  – 44 pagina’s – soft cover

 

39 – Toon Berg, tovenaar met glas

Toon Berg, tovenaar met glas

Dordtse glaskunstenaar gaf kleur aan Nederland

 

Toon Berg begon op 15-jarige leeftijd als smidsjongen, en na de Academie in Den Haag ging hij in de leer bij J.L. Schouten, eigenaar van ’t Prinsenhof in Delft. Na de uitvoering van eigen ontwerpen bij de glasfabriek van Bouvy in Dordrecht begon hij in 1919 zijn eigen onderneming in het door hem aangekochte Dolhuis. Van daaruit vonden fraaie glasramen hun weg naar vele kerken, openbare gebouwen, kantoren, scholen en particulieren in heel Nederland. In zijn werk past hij vaak allegorische voorstellingen toe, zowel religieuze als profane. Zijn oeuvre bestond onder meer uit gebrandschilderde glas-in-loodramen, geslepen glasramen en geetst glas.

Dit boekje, van de hand van Cees Esseboom en Herman van Duinen, beschrijft de levensloop van Toon Berg, maar toont vooral zijn veelzijdige oeuvre in fraaie full-colour illustraties.

no. 39 – 40 pagina’s – full colour – isbn/ean 978-90-829508-3-0

38 – De Dordtse Letteren 1572-2019

De Dordtse Letteren 1572-2019

De Dordtse Letteren 1572-2019 geeft een beknopt overzicht van het literaire leven in de loop de eeuwen. In de 16de eeuw vestigde zich een aantal uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstige boekdrukkers en -verkopers in Dordrecht, dat daarmee een belangrijk centrum van de boekenbranche werd. In de eerste helft van de 17de eeuw kende het literaire leven een hoogtepunt met schrijvers als Johan van Beverwijck, Peter van Godewijck en zijn dochter Margaretha. Ook verbleef Jacob Cats enige tijd in Dordrecht in die tijd. Veel schrijvers hadden banden met de Latijnse School. Na 1670 volgde een inzinking, maar in de loop van de 18de eeuw zien we een kentering, mede onder invloed van Verlichtingsideeen en het ontstaan van diverse genootschappen zoals Concordia et Labore. Eind 19de eeuw hadden we in Dordrecht auteurs van landelijke statuur, zoals Jacques Perk, Jan Veth, Top Naeff en Marie Schmitz. Uiteraard komen in dit boekje, geschreven door Kees Klok, ook Kees Buddingh’ en Jan Eijkelboom uitgebreid aan bod.

De Dordtse Letteren 1571-2019 – Auteur: Kees Klok

ISBN/EAN 978-90-829508-2-3 – 40 pagina’s – soft cover

37 – Het Dordtse minderbroederklooster. 326 jaar bouwen en bidden

Het Dordtse minderbroederklooster. 326 jaar bouwen en bidden

Vanaf 1960 de de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Onderzoek veel opgravingen in Dordrecht. Door een grote brand in de binnenstad werd het mogelijk in de periode 1982-1985 nog een laatste onderzoek te doen, omdat bekend was dat dit de locatie van het Minderbroederklooster was. Het resultaat vindt u in dit – zoals gebruikelijk rijk geïllustreerde – boekje, geschreven door de Dordtse archeoloog Marc Dorst. De gevonden archeologische resten hebben betrekking op de hele kloosterfase, maar ook op de tijd ervoor en daarna.

Auteur: Marc Dorst
ISBN/EAN 978 90 829508-1-6 – 40 pagina’s – soft cover

 

 

36 – Turedrith, nieuw licht op het ontstaan van Dordrecht

Thuredrith, nieuw licht op het ontstaan van Dordrecht

Vanuit drie verschillende gezichtspunten – dat van de archeoloog, historicus en de waterbouwkundige – rekenen de auteurs – Marc Dorst, Henk ’t Jong en Gerrit Jan Schiereck – met gepaste bescheidenheid af met een aantal misverstanden rond het ontstaan van Dordrecht. Hoe zit het met het ontstaan en de loop van de Oude Maas en de Thuredrith? Is een gedeelte van de Voorstraatshaven nou gegraven of niet? Hoe kun je de excentrische ligging van de Grote Kerk verklaren?

Auteurs: Marc Dorst, Henk ’t Jong en Gerrit Jan Schiereck
No. 36 – Thuredrith, nieuw licht op het ontstaan van Dordrecht
Isbn 978-90-829508 – 40 pagina’s – soft cover

35 – Architectuur in Dordrecht 1830-1950

Architectuur in Dordrecht 1830-1950

In het voetspoor van een zevental Dordtse bouwmeesters

In dit boekje maakt u kennis met een aantal Dordtse architecten die in de periode 1830-195- in Dordrecht gebouwd hebben – gebouwen die ook nu nog in de stad te zien zijn. Elisabeth van Heiningen voert u met behulp van een plattegrond langs de meest opvallende panden.

De architecten

Zeven architecten komen aan bod: G.N. Itz, H.W. Veth, vader en zoon J.N. en H.A. Reus, B. van Bilderbeek, A. Ek en C.J.J. Tenenti. Naast hun levensloop en beschrijvingen van hun ‘producten’ bevat het boekje veel afbeeldingen en foto’s.

Auteur: Elisabeth van Heiningen

35 – Architectuur in Dordrecht 1830-1950

ISBN 978-90- 824376-7-6 – 40 pagina’s – soft cover